Seat

SEAT: in 2025 vijftig procent duurzamer

SEAT wil zijn impact op het milieu halveren. De fabrieken van het merk uit Barcelona mogen in 2025 nog maar de helft verbruiken en uitstoten van wat ze in 2010 deden. In het realiseren van die doelstelling ligt SEAT flink vóór op schema, want eind 2016 lagen het water- en energieverbruik, de uitstoot van CO2 en de hoeveelheid afval en chemisch afval reeds 33 procent lager. Daarmee heeft SEAT zijn doel voor 2018 (een reductie van 25 procent) ruim twee jaar eerder verwezenlijkt.

SEAT implementeerde in 2011 zijn ECOMOTIVE FACTORY Plan. Daarin is een reeks projecten en maatregelen opgenomen die de uitstoot moet verminderen en moet leiden tot het efficiënter omgaan met productiemiddelen en grondstoffen. “In 2016 hebben we bijna 23 miljoen euro geïnvesteerd in duurzaamheid”, verklaart Dr. Andreas Tostmann, SEAT Vice-president voor Productie. “Het is fantastisch dat we nu al kunnen zeggen dat we ons doel voor 2018 hebben gehaald en dat we vol ambitie richting 2025 kunnen.”

Sinds 2011 heeft SEAT zijn CO2-uitstoot met 66 procent weten te verlagen. Dit door onder meer gebruik te maken van schone energie uit biomassa, het aanbrengen van beter isolatiemateriaal in gebouwen, het efficiënter aansturen van de airconditioning en het terugwinnen van de hitte die vrijkomt tijdens het productieproces. Daarbij genereert SEAT 41 procent minder afval en 16 procent minder chemisch afval (vooral vluchtige stoffen). Het verbruik van water en energie ging met 22 respectievelijk 21 procent naar beneden.

Lean & Grean Management Award: beloning voor succesvolle strategie
Het ECOMOTIVE FACTORY Plan is onderdeel van de SEAT PQT-strategie (Production, Quality en Team), die de productiviteit en de kwaliteit moet optimaliseren in de SEAT-fabriek in Barcelona en bij SEAT Componentes. De strategie is een groot succes gebleken en werd in 2015 beloond met de Lean & Grean Management Award. Het ECOMOTIVE FACTORY Plan heeft ertoe geleid dat het energieverbruik van SEAT per auto sinds 2010 met twintig procent is gedaald. In vergelijking met het gemiddelde van de Europese auto-industrie verbruikt SEAT per geproduceerde auto de helft minder energie, 23 procent minder water en stoot de fabrikant 65 procent minder CO2 uit.

De helft van alle energie en 100 procent van de elektriciteit die SEAT verbruikt, komt uit duurzame bronnen. Daarbij is het merk in 2013 het SEAT al Sol-project gestart. In het kader daarvan is de fabriek in Barcelona uitgerust met 53.000 zonnepanelen, die een oppervlakte van 276.000 vierkante meter beslaan (het equivalent van 40 voetbalvelden). De grootste zonne-energiecentrale in de auto-industrie produceert in een jaar genoeg elektriciteit om iedere dag 3 miljoen telefoons op te laden. Een productie die bij een normale centrale een uitstoot van 8.300 ton CO2 per jaar zou opleveren. Oftewel, tien keer zo veel als Central Park in New York jaarlijks kan absorberen.

Geef een antwoord