Algemeen

Tweederde van Europese autobestuurders wil nog steeds zelf kunnen sturen

Twee van de drie Europese autobestuurders wil zelf kunnen sturen, ook als zelfrijdende auto’s de overhand gaan krijgen, zo blijkt uit een groot en nieuw onderzoek van Mazda, waarvan vandaag de resultaten zijn gepubliceerd. In het onderzoek, dat werd uitgevoerd door het Marktonderzoeksbureau Ipsos in het kader van de Drive Together campagne van Mazda, waarin rijplezier voorop staat, werden 11.008 Europeanen op de belangrijkste markten geïnterviewd.

In het onderzoek, dat werd uitgevoerd door het Marktonderzoeksbureau Ipsos in het kader van de Drive Together campagne van Mazda, waarin rijplezier voorop staat, werden 11.008 Europeanen op de belangrijkste markten geïnterviewd*. Meest opvallendste conclusie uit het onderzoek is dat zo’n 66 % van de bestuurders het stuur zelf in handen wil blijven houden, zelfs als autonoom rijden op grote schaal beschikbaar komt. In Groot-Brittannië, Duitsland, Oostenrijk en Polen lag dat cijfer nog hoger, 71%, in Nederland was het 62 % en alleen in Italië zit het onder de 60 % (59 %).

Uit hetzelfde onderzoek kwam naar voren dat slechts 33 % van de bestuurders uitkijkt naar de komst van zelfrijdende auto’s, met de laagste scores in Nederland en Frankrijk, met slechts 25 % en 29 % in Groot-Brittannië. Interessant is ook dat er vrijwel geen bewijs is voor een grotere steun voor zelfrijdende auto’s bij jongeren in Europa in verschillende leeftijdsgroepen: om precies te zijn waren 18-24-jarigen (33 %) minder geneigd de zelfrijdende auto te verwelkomen dan 25-34-jarigen (36 %) en 35-44-jarigen (34 %).

Het onderzoek onthult ook een significante emotionele connectie tussen auto en bestuurder, zoals blijkt uit de volgende cijfers: gemiddeld 69 % van de bestuurders hoopt dat toekomstige generaties de mogelijkheid zullen hebben om auto’s zelf te besturen. Dat percentage is zelfs 74 % in Polen en 70 % of meer in Groot-Brittannië, Duitsland, Frankrijk en Zweden. In Nederland is dat 69 %. Bovendien beschouwt 36 % van de liefhebbers van autorijden hun auto en het zelf rijden als een verlengstuk van hun persoonlijkheid met een piek van 56 % in Polen en 46 % in Italië (Nederland 32 %). En 34 % vindt dat autorijden een vergeten plezier dreigt te worden, in Nederland 35 % en in Frankrijk, Italië en Polen is dit 40 % of meer.

Andere bevindingen uit het onderzoek tonen aan dat 54 % van de Europeanen regelmatig ‘gewoon voor de lol’ achter het stuur kruipt: in Zweden is dit zelfs 73 % en in Groot-Brittannië, Nederland, Polen en Oostenrijk meer dan 60 %. Een gemiddelde van 53 % zegt dat rijden meer is dan alleen maar van A naar B gaan, met een piek van 66 % in Polen en een score van 52 % in Nederland, terwijl 55 % denkt dat het rijden met familie en/of vrienden een speciale ervaring kan zijn, met de hoogste cijfers van meer dan 60 % in Spanje, Italië, Zweden en Polen en een lage score van 42 % in Nederland.

Vergelijkingen met andere activiteiten zijn ook onthullend: 37 % geeft de voorkeur aan autorijden boven gamen, 23 % kiest liever voor rijden in plaats van een drankje in een bar of sporten, in Groot-Brittannië is dat laatste zelfs 37 %. In Italië en Groot-Brittannië geeft 9 % de voorkeur aan seks: in dat geval gaat 12 % van de vrouwen liefst de weg op tegen 6 % van de mannen.

* De gegevens van het consumentenonderzoek van Ipsos MORI zijn gebaseerd op een enquête onder 11.008 volwassenen in 11 Europese markten, met tenminste 1.000 interviews in elke markt. Alle interviews zijn uitgevoerd tussen 7 en 22 september 2017. De gegevens van het consumentenonderzoek zijn gewogen naar de bekende populatiegrootheden van volwassenen in elk land naar leeftijd, geslacht en woonplaatsregio.

Geef een antwoord